De Lochtenbergschool - Tetelrath

De Lochtenbergschool - Tetelrath

woensdag 27 december 2023

Bezoekje aan school Rickelrath


Op 9 december 2023 heb ik nog even een kort bezoekje gebracht aan de oude school in Rickelrath. Het gebouw ziet er nog grotendeels hetzelfde uit, al heeft het nu een andere functie. Zoals je ziet, is in ieder geval de ingang vrijwel hetzelfde gebleven. 

De school is nu dicht omgeven door huizen; het terrein aan de voorkant van de school is er niet meer. De oude speelplaats zelf is er nog wel (minus 'de dikke boom'), maar wel een stuk kleiner.

Op de foto sta ik (de kleinere van de twee...) naast mijn zoon Roy. Mijn andere zoon, Holger, heeft de foto genomen.



donderdag 28 september 2023

Korte update..

Beste oud-leerlingen,

Natuurlijk besef ik dat ik voor de zoveelste keer mijn belofte breek om een punt te zetten achter mijn verhalen en herinneringen aan onze schooltijd in Duitsland. Maar dan kan ik het toch weer niet laten om jullie nog eens een update te sturen.

Laat ik beginnen met jullie hartelijk te groeten, ook namens mijn echtgenote Gisela en zoons die ook op de Lochtenberg hebben gezeten. Gisela en ik wonen sinds mijn pensionering in 1999 in Geleen. Holger werkt in Maastricht en Roy zit in Genève.

Na mijn pensionering, nu 24 jaar geleden, zijn we naar Nederland verhuisd. Mijn vrouw en ik genieten van de oude dag en van de kleinkinderen die inmiddels studeren. Het afgelopen jaar hebben we wel op het randje geleefd door twee ziekenhuisverblijven van mij binnen een halfjaar met operaties aan aneurysma en heup. Ik heb ze overleefd en ben nu weer redelijk fit met mijn 86 jaren.

Nu even over jullie. Ik schat dat jullie ook de hoogtepunten naderen in het werk dat jullie hebben, dichtbij of veraf. Ook namens Gisela wens ik jullie met jullie gezin, familie en vrienden nog vele mooie jaren in goede gezondheid en alvast een happy X-Mas en Nieuwjaar 2024.

Jo Pennings

donderdag 15 juli 2021

Hoog bezoek

Eigenlijk had ik mijn pen al voorgoed opgeborgen, maar met het volgende verhaal wil ik daarop terugkomen.

Het is al lang geleden en Hare Majesteit Juliana was nog onze koningin. Prins Bernhard was haar gemaal en in die tijd ook de Inspecteur van het Nederlandse leger. In die functie bleek hij op zeker moment in de fout te zijn gegaan waardoor hij zijn taken bij de krijgsmacht en de daarbij horende rang van Inspecteur moest afstaan.

Vóór dit besluit genomen werd, bleek er echter een afspraak te zijn gemaakt voor een bezoek van de Prins aan het NATO-hoofdkwartier in Mönchengladbach / Rheindahlen, uiteraard in de daarbij horende functie van Nederlandse legerinspecteur. Een belangrijke gebeurtenis met een grote parade voor het Big-House, het hoofdkwartier met vele generaals, hoge gasten en ook de kinderen van onze Nederlandse school.

De kinderen en de ouders hadden prins Bernhard ook al ’s morgens ontmoet op hun ‘eigen’ school. Rond half elf arriveerde de prins met zijn gevolg in Tetelrath, waar de parkeerplaats en de speelplaats volstonden met kinderen en ouders om Zijne koninklijke Hoogheid welkom te heten.


Daarna volgde een bezoek aan de klassen, waarbij de Prins veel tijd uittrok voor groep 7/8. Hier werd aan prins Bernhard een door de leerlingen samengesteld boek aangeboden met verhalen en foto’s over leven, leren, prestaties, en spelen aan een school in het buitenland. Het boek was bedoeld voor zijn oudste kleinzoon Alexander.

De prins bekeek het boek langdurig en kritisch en kwam tot de conclusie dat de zeer goede zwemresultaten die daarin vermeld waren, ver overtroffen werden door de prestaties van Willem Alexander. De protesten van de Lochtenbergers waren niet mals, en het verweer van prins Bernhard idem. De spanning in de klas werd zó groot, dat de aanwezige Britse fotograaf van de zenuwen het fototoestel uit z’n handen liet vallen.

Uiteindelijk bekende de prins dat hij zich misschien een beetje vergist had en werd de vrede gesloten met de toezegging dat het present een mooie plaats zou krijgen op paleis Soestdijk. Enkele uren later stonden alle leerlingen van de Lochtenberg op de paradeplaats voor het Big House om met honderden genodigden op de tribunes prins Bernhard opnieuw toe te juichen, die dat met een grote zwaai beantwoordde.

Tussen het bezoek aan de school en de militaire parade was er voor de prins en zijn gevolg gelegenheid om nog een kort bezoek te brengen aan de Nederlandse bewoners van een van de huizen van de Tetelrathse gemeenschap. Daar werd na aanbellen de deur geopend door een jongen die prins Bernhard meedeelde dat niemand thuis was en moeder naar de kapper. In plaats van het bezoek aan het Nederlandse gezin werd het voor de prins een rondje sightseeing langs de huizen van de internationale gemeenschap van Rheindahlen.

Op tijd terug voor de grote afscheidsreceptie in de Officers Mess, stond prins Bernhard naast een dame met keurig gekapt haar. Het was mevrouw Catalani, nog net op tijd terug van de kapper.

De foto´s van het bezoek die misschien nog herinneringen oproepen, staan HIER.

Groetjes,

Jo Pennings



woensdag 24 maart 2021

Corona-prik

Vandaag was het mijn beurt. Ik bedoel dan mijn tweede corona-prik. Geen garantie, maar uitstel in een lang en mooi leven waar ik nog dagelijks aan herinnerd word en waarin jullie een grote rol hebben gespeeld. Een leven dat in 1936 begon nét voor een wereldoorlog, en waar wij nu zijn gekomen in een periode die opnieuw veel slachtoffers eist. Ik hoop dat jullie deze tijd goed doorkomen en spoedig met veel vertrouwen weer als vanouds verder gaan met jullie toekomst.

vrijdag 19 maart 2021

Herinneringen

Juli 1953. Het mulo-B diploma is binnen. Behaald op de toenmalige Mulo aan de Bernhardstraat in Geleen. De discussie die thuis volgde over de volgende stap duurde niet lang.

Onderwerp was de financiële grens die bepaald was door de bescheiden inkomsten van mijn vader als portier op de cokesfabriek Maurits en de daarmee samenhangende wens van mijn ouders voor een vervolgstudie dicht bij huis. Het resultaat was dat de keuze viel op de kweekschool Christus Magister in Heerlen. Het was een besluit met algemene stemmen.

Tijdens het laatste jaar van mijn studie liep ik o.a. stage aan de Volksschule in Süsterseel. Dit dorp was mij bekend als geboorteplaats van mijn moeder. Daarna volgde een jaar militaire dienst bij de cavalerie in Amersfoort en Oirschot. Tijdens een vier weken durende oefening in La Courtine kreeg ik van het schoolhoofd in Süsterseel een telefoontje met de vraag of ik een benoeming aan zijn school ambieerde. Het antwoord was snel gegeven en na terugkomst van de oefening kon ik onmiddellijk afzwaaien.

Vanaf 1 oktober 1959 was Jo Pennings Lehrer aan de Duitse school in Süsterseel. Extra verplichting was dat ik de ‘vrije’ woensdagmiddag les moest geven in de Nederlandse taal aan de hoogste klassen van de school in Wehr. Als eenmalige vergoeding voor dit baantje kreeg ik gratis de fiets van mijn voorganger, die naar Nieuw-Guinea was vertrokken. Een minder prettige ervaring was de maandelijkse reis naar Tüddern voor het ophalen van het salaris. Op de terugweg zaten dan vier Duitse leerkrachten en een Nederlandse collega in de auto van het schoolhoofd, terwijl ik wist dat mijn prestaties in de klas 1000 gulden minder waard waren dan die van mijn Duitse collega’s.

Begin jaren zestig werd het onrustig in de Selfkant. De ‘Rückgliederung’ was besloten, het gebied met zeven dorpjes zou teruggaan naar Duitsland. Voor mij had het ook consequenties. Na 2 ½ jaar moest ik opstappen want ik was geen Duitse ‘Beamte’. 

Ik begon te solliciteren naar één van de scholen voor kinderen van Nederlandse militairen die met hun gezinnen in Duitsland gestationeerd waren. Het was de tijd van de koude oorlog. Lang duurde het niet of een Nederlandse hoofdinspecteur klopte in Süsterseel aan de schooldeur. Daar trof hij de gezochte leerkracht aan met in zijn klas 46 leerlingen van groep 4 en 5. Een week later was het vervolggesprek op het ministerie. Ik had de keuze tussen Münster en Goch en vroeg Münster, maar kreeg Goch, een plaatsje waar ik nog nooit van had gehoord. Ik accepteerde het direct en een paar dagen later kreeg ik een telefoontje van ene commodore Berlijn.

Een afspraak werd gemaakt en een week later stond de blauwe auto van de luchtmachtgeneraal bij het station Nijmegen om mij af te halen. In het gesprek met de commodore kreeg ik te horen dat het klasje over een lokaal van een grote Duitse school zou beschikken. Het aantal leerlingen bedroeg 18, verdeeld over zes groepen, onder wie de twee zoons van de commodore. Een maand later stond ik in de klas voor de officiële opening met leerlingen, ouders en genodigde Duitse collega’s.

Het was de start van het schooltje op 1 maart 1962.

Lang heeft het klasje niet bestaan. 15 maanden na de opening werden alle militairen van Goch met hun gezinnen overgeplaatst naar hun nieuwe standplaats Tongeren. De gezinnen zouden in Maastricht gaan wonen. Het was niet het einde van mijn schoolactiviteit voor Defensie.

Tegelijkertijd met de opheffing van het schooltje in Goch werd ik benoemd tot directeur van de Nederlandse school bij het Nato-hoofdkwartier in Mönchengladbach-Rheindahlen die bezocht werd door de kinderen van de militairen die met hun gezinnen in Rheindahlen en op de vliegbasis Geilenkirchen waren gestationeerd.

Als vrijgezel nam ik mijn intrek in de Engelse teachersmess en woonde daar de volgende jaren samen met nog 60 Engelse collega’s van 9 Engelse basisscholen en 2 middelbare scholen. Drie jaren later trouwde ik mijn Gisela in de Engelse kerk aan de Queens Avenue en richtten wij ons in voor een lange periode in de internationale militaire gemeenschap. Het was de tijd van de Koude Oorlog en HQ-Rheindahlen was het hoofdkwartier van de geallieerde troepen tussen Seedorf en Neustadt a.d. Weinstrasse. Nederlandse militairen woonden en werkten hier op 24 locaties met evenzovele basisscholen en 6 middelbare scholen voor hun kinderen. Deze scholen stonden onder Nederlands toezicht en bestuur.

1 augustus 1999. Zevendertig jaren na mijn benoeming in Goch nam ik afscheid van Rheindahlen en daarmee van de Defensiescholen. Eregast bij het afscheid was Dick Berlijn, die toen zelf bijna aan het einde van zijn geweldige carriere als hoogste militaire commandant stond.

In hetzelfde jaar vond de verhuizing naar Geleen plaats, de plek waar een halve eeuw eerder mijn avontuur begonnen was. Daarmee was nog geen einde gekomen aan de band met de Natoscholen. Mijn afscheidscadeau moest ik nog inlossen. Het was de wens van het schoolbestuur dat ik het eerste jaar van mijn pensionering zou benutten om samen met mijn echtgenote een reis langs alle 30 Natoscholen in Duitsland en België (Casteau) te maken voor het schrijven van een boekje over de geschiedenis van de Natoscholen.

We gingen op reis en na een jaar met korte onderbrekingen was het boekje klaar. 124 Bladzijden geschiedenis van de Nederlandse militaire basis, de gezinnen en de scholen voor hun kinderen tijdens de zgn. koude oorlog.

Het boekje kreeg de titel ‘Scholen naast kazernes’ in een oplage van 1000 exemplaren. In aanwezigheid van vele insite-genodigden vond de presentatie van het boekje plaats in de Oranjerie te Roermond door de toenmalige commandant van AWACS, Remco Seyn, jaren eerder mijn buurman en vader van een van mijn leerlingen in Rheindahlen.

Het zat er op. Veertig jaar Nederlands basisonderwijs en geen dag in Nederland.


maandag 27 april 2020

Update


Jo Pennings, wakker worden!

Sorry mensen, dat ik jullie vanmorgen met mijn eigen wake-up call verras. Vannacht heb ik gedroomd. Ik was weer 10 jaar ouder geworden… en het klopte nog ook. Tien jaar na onze reünie in Rheindahlen en zelfs twintig jaar na mijn onvergetelijk afscheid van “onze school”.

Het is een korte nacht geworden: heel veel herinneringen kwamen weer langs. De Engels / Nederlandse St. Andrewsschool, Tetelrath, Rickelrath, Big House, schoolkampen op de Spar, het bezoek aan paleis Soestdijk enz. enz. In mijn verhalen op ‘Schoolbank.nl’ begon ik daar over te schrijven. Daarna kwamen nieuwe verhalen op de reünie-website. Ze staan er nog steeds, zoals je ziet. Contacten zijn gebleven, al zijn die wat minder intensief geworden. Natuurlijk speelt mijn leeftijd daarbij ook een rol, en ook onze kleindochters Anna en Julia die veel aandacht kregen/krijgen van hun opa en oma.

En toen kwam kerstmis 2018. Onder de kerstboom herinnerden Roy en Holger mij er nog eens aan dat ik 25 december 1936 geboren was, een wereldoorlog had meegemaakt en het - bijna 75 jaar later – tijd werd om mijn herinneringen vanaf mijn jongste jeugd tot aan mijn pensionering eens op papier te zetten. Verzet hielp niet en dus ben ik er in het nieuwe jaar – het afgelopen jaar – aan begonnen. Precies een jaar later lag ‘het boekje’ onder de kerstboom: 85 verhalen, 500 handgeschreven bladzijden en een heleboel foto’s. Ja, wat doe je voor je nieuwsgierig nageslacht?! Maar ik moet zeggen dat ik het met plezier heb gedaan. De oorlog, die ik me nog met 16 verhalen herinnerde, de schooltijd, de militaire diensttijd als Huzaar op de Centuriontank, vrienden en vriendinnen, mijn lieve vrouw die ik in Mönchengladbach ‘ontdekte’ en heel veel school. Ook enkele mindere momenten, zoals het overlijden van juf Ria Gaspers, kleuterleidster Rita Aben en meneer Hendriks, de architect van alle schoolfeesten.

Langzamerhand wordt ook de correspondentie met mijn oud-leerlingen minder. Heel begrijpelijk, want voor jullie is de tijd ook niet stil blijven staan met studie, werk, gezin en kinderen. En misschien is er in de laatste maand nog een ramp bijgekomen, corona, die nu ieders aandacht vraagt.

Beste oud-leerlingen, ouder en nog ouder… Ik wens jullie heel veel geluk en sterkte om door deze tijd te komen en dat het jullie dan ook verder weer goed mag gaan. Voorlopig doe ik ook nog mee!

Tschüss,
Jo Pennings

maandag 20 april 2015

Beste vrienden...

Met enkele verhalen heb ik de afgelopen maanden nog eens teruggekeken op een periode waaraan de meesten van ons een mooie herinnering hebben. Aan die verhalen is dit mijn laatste bijdrage.
Het is alweer een aantal jaren geleden dat voor jullie een nieuwe tijd aanbrak met grote uitdagingen die erbij horen... samen met de nieuwe mensen in jullie leven, de partner, kinderen en overige mensen die jullie dierbaar zijn.
Tegen jullie zeg ik: Ga verder met alle ambitie en energie die bij jullie leeftijd en leven past en het succes dat daarbij hoort. Dat is wat ik jullie wens! Ik bedank jullie voor jullie interesse en vriendschap.

Met hartelijke groeten,
Jo Pennings

maandag 6 april 2015

Scheiding van machten

In mijn tijd waren er twee hoofdkwartieren: het ene heette Big House en het andere lag een paar kilometer verder in het dorpje Tetelrath en heette Lochtenberg. In het Big House waakten elke dag duizende geuniformeerden over de vrede, terwijl de Lochtenberggemeenschap bestond uit leerlingen, ouders, leerkrachten en oudercommissie samen een paar honderd mensen die zich inspanden voor goed onderwijs. Beide kwartieren werkten op verschillende terreinen samen. Zo zorgden militairen voor veilig schoolvervoer en werden dienstplichtigen van het Signal-Squadron met onderwijsbevoegdheid ingezet bij ziekte van leerkrachten van de Lochtenberg. Voor het overige waren beide 'legers' volledig zelfstandig en gelijkwaardig, hetgeen ook tot uiting kwam in het feit dat de leden van beide hoofdkwartieren elkaar aanspraken met 'meneer' of 'mevrouw' of tutoyeerden en niet met een rang. Bij uitzondering zal ik in dit verhaal hiervan afwijken, omdat het volgende verhaal anders niet goed leesbaar is.


De generaal was pas twee weken in functie toen hij uitgenodigd werd om het Koninginnefeest van de school bij te wonen en te openen. Het was voor het eerst dat we als plaats van viering de grote tent gekozen hadden die een week eerder dienst gedaan had op de kermis van Rickelrath. Zoals altijd werd het weer een grandioos feest en ook de nieuwe generaal had zich kostelijk geamuseerd. Tussen alle activiteiten door was er ook nog tijd geweest voor een praatje over het reilen en zeilen op onze school. Op zijn vraag naar het aantal leerlingen op de school zei ik dat dit structureel terugliep en nu al een stuk onder de honderd lag.
Een week na Konininnedag ging op school de telefoon. "Meneer Pennings, ik heb er weer twee", klonk het aan de andere kant. De volgende weken kwam er regelmatig een telefoontje met de mededeling dat er één of meer nieuwe leerlingen onderweg waren. Enkele maanden later wéér een telefoontje: "Tijd voor een feestje. We hebben de honderdste." Met ballonnen en slingers werd het feest in het PMC gevierd. Alle ouders, leerlingen, leerkrachten en natuurlijk de generaal waren aanwezig. Raymond Kershaw was de gelukkige en mocht een geschenk met diploma in ontvangst nemen van een grote meneer in uniform.

Een lange wandeling
Sinds jaar en dag werd op onze school Konininnedag op 30 april gevierd met een schoolfeest. Een dag later was dan altijd de nationale receptie van de militairen en hun buitenlandse collega's. Volgens de generaal moest dat eens veranderen en daarom stuurde hij een maand vóór Koninginnedag zijn adjudant naar de school om dat besluit mede te delen. Met de boodschap dat 30 april de Koninginnedag van de school was én bleef, ging de adjudant terug naar zijn baas. Prompt kwam de volgende dag een brief terug waarin de generaal zijn aanwezigheid op de school afzegde en zijn ongenoegen uitte. Een telefoontje naar Commandant NAK en ik had een vervanger voor de opening van het feest. Het werd een bijzonder mooie dag. De militaire receptie bleef gewoon staan op 1 mei.
Een paar weken later werden mijn vrouw en ik samen met vele andere gasten uitgenodigd voor een tuinfeestje bij de generaal. Daar stonden we dan in de prachtige tuin, zo groot als een half voetbalveld, in groepjes met overige gasten toen de gastheer zich bij ons voegde. Het eerste dat hij opmerkte was dat hij en meneer Pennings tijdelijk niet 'on speaking terms' waren. Nu wisten die ook hoe de conversatie verder zou gaan.
Uren later was de receptie afgelopen en in een lange rij sloten de aanwezigen aan om afscheid van de gastheer en gastvrouw te nemen. Op het moment dat ik aan de beurt was, stopte de echtegenote de rij omdat ze mij nog iets wilde vertellen. Ze zei dat ze het zeer spijtig gevonden had dat ze dit jaar het schoolfeest had gemist. In plaats daarvan had ze wel met enig plezier en leedvermaak haar man door het keukenraam gade geslagen hoe hij urenlang door zijn tuin geijsbeerd had. "Eigen schuld, dikke bult". De gastvrouw liet het hier niet bij zitten. Ter plekke kregen haar man en ik de opdracht om de volgende middag om twaalf uur in het PMC te verschijnen om bij een pilsje de zaak uit te praten en vrede te sluiten. Wij knikten allebei en zo gebeurde. Toen ik het PMC binnenkwam zat daar mijn nieuwe vriend met twee pilsjes die er in één keer ingingen. Met één handdruk was de vrede gesloten tussen militair en burger.

Half toontje
Eén van de belangrijkste gebeurtenissen in het Hoofdkwartier was het jaarlijkse kerstconcert. Van vrijwel alle Engelse bases in Duitsland kwamen koren naar Rheindahlen. Het concert vond plaats in een grote sporthal met tribunes voor honderden deelnemers en toeschouwers. In het midden van de hal een groot podium voor de zangers die ombeurten zongen. Beneden, direct voor het podium twee rijen voor de speciale gasten: zonder uitzondering generaals en hun echtgenotes. Verder zitrijen tot hoog onder het dak, een plek waar mijn vrouw en ik de voorkeur aan gaven. Elk jaar waren ook de koortjes van de Nederlandse en Belgische school uitgenodigd, een grote eer. Bij de vier dames van onze school was er vanaf het begin rivaliteit wie als dirigente mocht aantreden. Uiteindelijk besliste ik natuurlijk. Omdat ik van muziek geen verstand had en de dames zich alle vier even capabel vonden, was de volgorde: de mooiste het laatst. Urenlang, wekenlang, werd gerepeteerd en ik was er zeker van dat ons optreden weer een groot succes zou worden. Op de bewuste avond waren wij een van de laatsten die moesten zingen en dat was een goed teken. De Lochtenberg Singers kregen na afloop een geweldig applaus en Jo Pennings was enorm trots. Van alle kanten felicitaties.

Een paar dagen later kwam ik hem in de gang van het NAK-gebouw tegen. "Toch bijzonder jammer, hè?" Even begreep ik hem niet en vroeg de generaal wat hij bedoelde.
"Hebt u dan niet gehoord dat ze aan het eind van het laatste lied een halve toon te laag uitkwamen?"
"Halve toon, generaal? Ik hoor nog niet wanneer ze vijf tonen te laag zingen."
"Nou ik wel, hoor! Trouwens, meneer Pennings, dat korte rokje van die juffrouw. Erg storend, vond ik."
"Hoezo storend? Zij was de mooiste van allemaal."
"Dat ben ik niet met u eens, meneer Pennings. Veel te kort. Als ze zich even naar voren boog, kon ik bijna haar slipje zien." Even pauze.
"Nou, ik niet. Maar u zat helemaal beneden, vlak voor het podium. Mijn vrouw en ik zaten op de bovenste rij. Dan zie je niets."
Mensen liepen door de gang en we moesten het gesprek afbreken.

In die tijd kregen de Nederlandse gezinnen aan het eind van de maand de NAK Koerier. Een periodiekje dat werd uitgegeven op eigen initiatief met als hoofdredacteur de adjudant van de generaal. Deze keer een grote bijdrage over het minder geslaagde optreden van de leerlingen van de Lochtenberg. Blijkbaar hadden de generaal en zijn adjudant elkaar geïnterviewd. Belangrijkste informatie was dat het het hoofd van de school was ontgaan dat het koortje bij het laatste kerstlied een halve toon te laag was geëindigd. Van de hippe juf met haar korte rokje, laat staan het geweldige optreden van het zangkoor, geen woord. Een gemis van de generaal en zijn fluisteraar.

zaterdag 4 april 2015

Twee sterren en een stick

Met zijn vieren waren ze gekomen: pa, ma, de dochter die al op de middelbare school zat en de zoon. Het ging om het schooladvies van de zoon. Altijd wat spanning op zo'n moment. De uitslag van de CITO-toets was hen tegengevallen, MAVO. MAVO was ook mijn advies. De ouders waren teleurgesteld, maar het belang van de zoon stond voorop. Even een stilte. Pa deed een poging: "Mijn zo'n hockeyt prima. Hij is al genomineerd voor het Nederlandse jeugdhockeyteam. In zijn club spelen alleen maar middelbare scholieren van HAVO en hoger. Dan valt dit advies wel tegen". Weer stilte. Dan nog een laatste poging: "Meneer Pennings, kennis zegt ook niet alles. Op de HBS ben ik twee keer blijven zitten en toch nog generaal geworden. Ik bedoel maar..." Een verlegen lachje bij vrouw en dochter, beiden trots op hun man en vader en in spanning wachtend op mijn antwoord. "Zo zien jullie maar... Soms is een langere weg ook succesvol. Dat lijkt me voor jullie zoon ook het beste." Het sloeg aan. Opgeluchte ouders en dochter en een zoon die nog niet helemaal begrepen had hoe die weg eruit zou zien. Maar dat zou wel lukken met goed hockeyen en nog harder studeren.

Anna

Anna is mijn oudste kleindochter. Ze is nu 11 jaar en zit in groep 8 van de basisschool. Op school heeft ze veel vriendinnen met wie ze na de zomervakantie overstapt naar het voortgezet onderwijs. Een spannende tijd dus, waarop ze zich zeer verheugt. Een tijdje geleden zag het daar nog niet naar uit. In groep 6 had de klassenonderwijzer het vermoeden dat Anna dyslexie heeft en adviseerde haar ouders haar hierop te laten testen.
Zijn vermoeden klopte. Anna, die goed kan rekenen en zeer creatief is, heeft problemen met lezen en andere taalactiviteiten. Deskundige hulp werd ingewonnen en Anna's opa werd als oude rot ingeschakeld om zijn kleindochter te helpen. Het werkt naar twee kanten: de resultaten zijn in groep 7 en 8 opvallend verbeterd en ik heb er een mooie taak bij. Deze maand kreeg Anna het schooladvies en de uitslag van de CITO-toets: brugklas havo-VWO. Het meisje kan haar geluk niet op. Haar grootste zorg, namelijk dat ze het volgend jaar niet meer op deze school zit en niet meer bij haar hartsvriendinnen, is verdwenen. Met volle energie en haar opa als motivator is ze aan de laatste maanden van de basisschool begonnen.
Door deze situatie werd ik weer eens aan de Lochtenberg herinnerd. Aan de ouders die met hun 4 kinderen op mijn kantoor in Rickelrath zaten en van de mislukte pogingen vertelden om hun kinderen aan te melden op een van de Nederlandse defensiescholen in Duitsland. De vader, die zo graag een baan had bij de Geleide Wapens. Afgeblazen wegens de vermelding van dyslexie op de rapporten van alle vier de kinderen. Uiteindelijk was hij met zijn gezin in Rheindahlen terecht gekomen. Daar kregen ze te horen dat de kinderen natuurlijk welkom waren en hun opluchting stond op hun gezichten. Met mijn beslissing ging ik voor de zoveelste keer buiten mijn boekje, want de richtlijn van Den Haag was dat kinderen met leer- en gedragsproblemen niet zouden worden toegelaten wegens afwezigheid van adequate opvang. Dus ook geen baan voor de vader in Duitsland. Een maatregel die geen enkele keer gehanteerd is in het 36 jarig bestaan van de Lochtenberg.
Enkele jaren later bij de voorbereiding van de reünie kwam ik nog eens terug op het hoofdkwartier. Daar ontmoette ik de vader, nog steeds aan het werk, in het NAK-gebouw. Enthousiast vertelde hij van de goede resultaten van zijn kinderen op de middelbare school.

We zijn hen niet vergeten (overzicht misschien niet volledig)

  • Wilco Gerritse, broer van Haico, leerling van onze school. Dodelijk verongelukt toen hij met de fiets op weg was naar de bus die hem naar de school in Roermond zou brengen.
  • Mevrouw Mooren, moeder van twee van onze leerlingen. gestorven aan een ernstige ziekte.
  • Meneer Ham. Vader van een van onze leerlingen. Plotseling overleden.
  • Meneer Titaley, chauffeur van de schoolbus en vader van Jerry, Ina en Tommy.
  • Appie Bos, jarenlang kok tijdens onze schoolkampen.
  • Wil Hendriks.
  • Ria Gasper-Lankamp.
  • Rita Aben-Heintjes.
  • Hub Vroemen.
Ook wil ik aan Marleentje herinneren, die bij het spelen in Wegberg-Beeck door een auto werd aangereden en daarbij zwaar gewond raakte. Gelukkig heeft ze dit ongeluk overleefd. Bij een bezoek aan haar in het revalidatiecentrum in Valkenburg hebben we - weliswaar moeizaam - wat spelletjes gedaan en plezier gehad. We hopen dat Marleen goed hersteld is en nu haar leven als volwassen vrouw kan genieten. Marleen, het allerbeste!

zondag 8 maart 2015

Ik was erbij... (uiteraard niet volledig)

  • Deelname aan "Ren je Rot"
  • Bezoek aan Tropenmuseum en Anne Frankhuis
  • Bezoek aan AWACS Geilenkirchen
  • Koninginnedag boottocht over de Rijn (Keulen-Koblenz)
  • Boomplanten in Süsterseel-Selfkant
  • Verkeersexamen in Herkenbosch (met een drie-tonner met fietsen)
  • Bezoeken en oefeningen in verkeerspark Mönchengladbach
  • Sportdagen met Duitse school in Beek
  • Schoolbus met bekendste chauffeur - de heer Titulai
  • Deelname jaarlijkse kerstzang in Engelse Highschool
  • Voetbalwedstrijden tegen Engelse scholen
  • Deelname met koor o.l.v. Aggie Vaessen aan diverse kerstmarkten in Duitse dorpen
  • Zwemmen en zwemexamen in Rheindahlen Swimmingpool
  • Jarenlang kampweek in "De Spar" (Bijenkorf, Berenkuil, Hazenleger, Uilennest, Duiventil, Vossenhol)
  • Bezoek aan kerken en musea in Aken
  • Bezoek aan Monschau, met kersttentoonstelling en glasblazerij
  • Autoralley Rheindahlen-Roggel
  • Een dagje Harikssee met roeien
  • Wekelijkse zwemlessen in zwembad Rheindahlen-dorp
  • Carnavalsfeesten op school
  • Carnavalsoptocht met eigen wagen in Rheindahlen-dorp
  • Les in de Schotse kerk
  • Les in het kerkje van Hardt
  • Sportdagen op de Brunsummerhei
  • Een dagje naar het Drielandenpunt in Vaals
  • Boottocht in de Eiffel op meer van Schwammenauel
  • Indianenkamp op De Spar en in Swalmen (met Ed en Anita)
  • Excursie naar Maastricht (grot en museum)
  • Afscheid van Jo Pennings op 1 juli 1999 met lunch aangeboden door chinees-Rickelrath
  • Musicals op Koninginnedag - "Koffertje van meneer Van Dalen" en "De Grote Vergeler"
  • Een week kamperen in de Duitse Eiffel
  • Het smokkelaarspel in het bos bij De Spar
  • Een boottocht van Roermond naar Maastricht
  • Schaatsen in Grefrath
  • Vaders die heel lang naar Joegoslavië moesten
  • Bezoek aan Soestdijk en deelname aan het defilé van koningin Juliana
  • Bezoek van de koningin en prins aan Düsseldorf
  • Bezoek van prins Bernhard aan onze school
  • Fietstochten, speurtochten en speelplaatsspelletjes

Kleine chronologie van De Lochtenberg (echter niet volledig)

  1. onbekend - eerste directeur 1954.
  2. Marga Zopf - directeur.
  3. Mia Dupont - goede herinneringen.
  4. Jo Pennings.
  5. Huub Vroemen - sympathieke man, postzegelverzamelaar (overleden).
  6. Jet Hoek - robuust, doortastend. Goede leerkracht.
  7. Wil Hendriks - onmisbaar bij expressievakken, sympathiek (overleden).
  8. Ria Gasper - uitstekende collega; heel lief voor kleine kinderen (overleden).
  9. Ria Pütz - 'juffie precies'.
  10. Dori Keuning - eerste kleuterleidster van De Lochtenberg.
  11. Aggie Vaessen - pakte alles aan; remedial teacher, blokfluitlerares, dirigente schoolkoor.
  12. Rita Aben - kleuterleidster. Zeer plichtsbewust, hardwerkend. Adjunct-directeur. Prima collega (overleden).
  13. Paul Pietersen - prettige collega, topografisch genie. Elk jaar 3x jarig...
  14. Ron Laven - knappe jongen, goede leerkracht en populair.
  15. Margo Bongaerts - remedial teacher en prettige collega. Deskundig.
  16. Anita Hartman - kleinste en fijnste collega. Altijd opgewekt.
  17. Lisette Pennings - nicht van de directeur. Vlijtig en sympathiek, lief voor leerlingen en populair bij ouders.
  18. Rein Bertram - onderwijzer en heer.
  19. Kees Nobels - directeur vanaf 1999.
Invallers
  • John Lempens.
  • Franka Arts.
  • Patricia Linssen.
  • Wim van Lavieren.
  • Johan Lempens (poppenkastartiest).
Assistenten
  • Leni Ledder - secuur en plichtsbewust.
  • Roos Roskam - knap en knap.
Sportleraren (onvolledig)
  • Bert Hochstenbach.
  • Pierre Keunen.
  • Ed Hartman.
  • Wil Philippen.
Dominees (onvolledig)
  • de heer Okma.
  • de heer Nierop.
  • de heer Boelhouwer.
Aalmoezeniers (onvolledig)
  • de heer Van den Berg.
  • de heer Aendekerk.

Scholen en mensen

In de tweede helft van de jaren zestig stonden in Duitsland en België in totaal 29 scholen voor kinderen van Nederlandse militairen die daar voor kortere of langere tijd gestationeerd waren. Onze school was de eerste en ging op 4 januari 1956 met twaalf leerlingen van start in twee lokalen van de Engelse St. Andrews School. Het  grootste aantal leerlingen dat de eerste vijf jaar de school bezocht was 54. Zo trof ik het schooltje bij mijn benoeming in 1963 aan en tot vandaag  herinner ik me nog voor en achternaam van een aantal kinderen van dat jaar en zie ik hun gezichten en gedragingen nog voor me.
Dat veranderde in de tweede helft van de zestiger jaren toen het leerlingenaantal verder groeide tot bijna 100 en we naar de nieuwbouw in Tetelrath moesten verhuizen. Parallel met de groei van het aantal scholen in Duitsland was ook de organisatie op alle niveaus verbeterd. Concreet voor onze school betekende dat een goede screening van nieuwe leerkrachten waardoor teleurstellingen van minder geschikte leerkrachten vermeden werden. Het resultaat voor onze school was een haast idyllische toestand gedurende de volgende dertig jaar met het accent op goed onderwijs door alle leerkrachten voor alle leerlingen. Overigens gaat deze constatering voor rekening van de directeur van de school en niet per se voor alle leerlingen en hun ouders. Wie waren onze leerkrachten en waar zijn ze gebleven (artikel "Kleine chronologie...")? Daarnaast heb ik een overzichtje gemaakt (artikel "Ik was erbij...") met checklist die ieder voor zichzelf kan aanvullen. Veel succes!

Nazorg

Eigenlijk had ik met het vorige verhaal de nogal turbulente eerste vijf jaar Rheindahlen willen afsluiten, toen mij te binnen schoot dat er ook nog een nazorg bij hoorde waar ik volledigheidshalve nog even aandacht aan wil schenken.
Het is het verhaal van Theo, die een jaar of zes eerder met zijn ouders naar Nederland was teruggekeerd. Theo zat in elke klas helemaal vooraan. Zelf noemde hij zich in zijn brief geen slimme jongen, maar in mijn herinnering viel dat wel mee. Hij schreef mij dat hij het meisje van zijn dromen had leren kennen. Zijn probleem was dat hij in dezelfde tijd ook zijn ideale baan als jongste matroos bij de  koopvaardij had gevonden. Van zeeën en oneindige oceanen had hij al in de klas gedroomd. Echter, maanden lang op de grote vaart en zijn liefje thuis wist Theo niet te combineren, zo schreef hij en daarom had hij besloten meester Pennings om raad te vragen. Die had weliswaar nog nooit een stap op een schip gezet, maar wilde zijn leerling toch niet teleurstellen en raadde hem aan zijn liefje gewoon mee te nemen, desnoods als blinde passagier. Theo vond dat blijkbaar een prima idee, want maanden later kreeg ik post van hem met hartelijke groeten van een gelukkig paartje. Intussen zal Theo met zijn maatje het  anker voorgoed gegooid hebben in zijn thuishaven Rotterdam.
Hetzelfde jaar kreeg ik een brief van een andere leerling, waarschijnlijk een klasgenootje van Theo. Haar plaats was linksachter in de klas, vlak bij het raam. Haar dromerige ogen gingen de hele dag naar de jongetjes en soms ook naar het bord. Zij was enige dochter en kon met haar moeder prima opschieten. Terug in Nederland was dit na een paar jaar veranderd. Het lieve meisje met de dromerige ogen was smoorverliefd geworden op een jongeman tot ze ontdekte dat haar moeder die jongen ook wel leuk vond. Ze had het over vele traantjes die ze gehuild had en ze vroeg mij wat ze moest doen. Een brief van de moeder in dezelfde week, waarin ze het drama tussen
beiden bevestigde, maakte het nog ingewikkelder. Mijn motto volgend dat je van een schoolhoofd altijd antwoord mag verwachten - goed of slecht - heb ik beiden in een kort briefje het advies gestuurd de zaak voor te leggen aan de echtgenoot resp. vader en diens raad op te volgen. Een antwoord heb ik nooit gekregen.

zondag 1 maart 2015

De Lochtenberg

De verhuizing naar Tetelrath was een grote verbetering: drie nieuwe klaslokalen, een grote hal (met lange kapstok voor de kinderen) en een gezellige personeelskamer met uitzicht op de huizen van Tetelrath. Voor de school lag een grote speelplaats en achter was een sportveld. En heel belangrijk: een ruime parkeerplaats voor de bussen die de leerlingen uit de andere woongebieden vervoerden. Bij de feestelijke opening werd de naam "Lochtenberg" naast de ingang geplakt.
Rond dezelfde tijd was de benoeming van de nieuwe onderwijzeres, Iet Hoek. Zij was een echte versterking van het schoolteam, zowel wat betreft onderwijs als ook in de onderlinge relatie en samenwerking tussen ons drieën. Lang zou dit echter ook weer niet duren, want juf Mia Dupont had intussen besloten om naar Nederland terug te keren. Bij verscheidene positieve reacties op haar sollicitaties bij scholen voor bijzonder onderwijs volgden verzoeken van de scholen aan mij om inlichtingen over de juf. Het antwoord van Mia op mijn vraag naar de reden van haar sollicitaties bij het bijzonder onderwijs, was voor mij reden om een negatief advies te geven. Voor de juf betekende het dat ze nog een jaar langer aan onze school verbonden bleef. Uiteindelijk solliciteerde ze naar een reguliere lagere school en kreeg ze van mij alle medewerking.
Bij het uitzwaaien ging het nog bijna mis: nauwelijks honderd meter van de school zette Mia haar auto aan de kant. Eerst dachten we dat ze nog eens wilde terugzwaaien, maar toen ontdekten we de lekke band. Ik rende erheen en in een mum van tijd had ik de band verwisseld. Het is de enige band die ik in mijn leven verwisseld heb.

Telefoontje van de burgemeester

Nog vóór de verhuizing naar Tetelrath traden er rondom het functioneren van de nieuwe onderwijzer Vroemen zoveel problemen op - deels niet door eigen schuld en deels door eigen toedoen - dat ik moest besluiten om het schoolbestuur te adviseren de tijdelijke aanstelling niet te verlengen. Geen prettig besluit, maar helaas onvermijdelijk. Dit had tot gevolg dat ik een paar dagen later een telefoontje kreeg. Het was de burgemeester van Sittard.
We kenden elkaar sinds de tijd dat de Selfkant bij Nederland hoorde en hij van dat gebied de 'Landdrost' was, een soort burgemeester. Ons gesprek verliep aanvankelijk prettig en ging vooral over de goede oude tijd. Tot het verhaal een wending kreeg en de burgemeester het over mijn onderwijzer had, die toevallig zijn beste vriend was zoals hij zei. In dreigende taal liet de man mij weten dat hij niet alleen burgemeester was, maar ook Lid van de Tweede Kamer en dat hij als zodanig ook alle gezaghebbenden op het ministerie van Onderwijs en Wetenschap kende. "Kortom, meneer Pennings: wanneer dit ontslag van de heer Vroemen niet nog vandaag teruggedraaid wordt, zal ik ervoor zorgen dat u morgen geen hoofd van de school meer bent". Forse taal, maar zo spreken Limburgers met elkaar... Ik antwoordde hem dat hij moest doen wat hij niet laten kon en wenste de burgemeester het allerbeste. Van de heer Vroemen en van de burgemeester heb ik nooit meer iets vernomen.

Schotse fauteuils

De eerste drie jaren Rheindahlen waren sinds mijn komst in 1963 goed bevallen. Het leven in de Mess was voor een vrijgezel prima. De faciliteiten op de school waren daarentegen minder optimaal. Vanuit het Ministerie van Onderwijs kwam weinig ondersteuning. Kortom, er was genoeg te doen om aan beter onderwijs te werken. Dat laatste was natuurlijk de uitdaging. Het feit dat de aanvankelijk afwachtende houding van de ouders snel veranderde in steeds meer belangstelling voor de school en wat daar gebeurde, was voor mij aansporing om door te gaan, ondanks tegenvallers die er ook waren in de samenwerking tussen de juffrouw en mij.

Het aantal leerlingen groeide elk jaar en had tot gevolg dat van het ministerie op zekere dag het bericht kwam dat zich de volgende dag een nieuwe leerkracht zou melden om ons kleine team te versterken. Onmiddellijk werd de zoektocht naar een geschikt klaslokaal gestart, aanvankelijk zonder succes. Alle lokalen in de Engelse scholen waren bezet. Uiteindelijk belandden we in de Schotse kerk waar de dominee bereid was zijn kerk tijdelijk beschikbaar te stellen. Voor de leerlingen werd het een belevenis die ze wel nooit hebben vergeten. Onderwijs in een grote donkere kerk met geglazuurde ramen en fauteuils in plaats van tafels, stoelen of schoolbanken. De nieuwe onderwijzer die blijkbaar heel wat gewend was, reageerde enthousiast en paste zijn onderwijs aan de nieuwe situatie aan. Omdat de leerlingen geen mogelijkheid hadden om te schrijven, beperkte hij het leren tot twee activiteiten: 's morgens geschiedenis en 's middags postzegelruilen. Natuurlijk overdrijf ik nu een beetje. En het moet gezegd worden dat de leerlingen enthousiast waren over hun onderwijzer die zo spannend kon vertellen over de oorlog en die zoveel postzegels bezat.
Na korte tijd leek me dat toch niet zo wenselijk en begon opnieuw mijn zoektocht naar een betere lokatie, samen met de oudercommissie. Hierbij kwam ons gelukkig een Nederlandse dominee te hulp, die een parochie leidde in Hardt, een voorstadje van Mönchengladbach, dat direct aan het hoofdkwartier grensde. Zijn twee dochters, Nees en Hanna ten Boom, waren leerlingen van onze school. De volgende maanden konden we gebruik maken van een lokaal met een goede accommodatie voor een schoolklasje. Intussen werd er versneld gebouwd aan een drieklassig pre-fab schooltje bij de Nederlandse woonwijk Tetelrath. Voor de kinderen van Tetelrath zou dat een hele korte schoolweg betekenen en voor de andere kinderen een nog langere busrit.
Bij de feestelijke opening kreeg de school de naam "Lochtenberg", genoemd naar de helling waaraan de school lag. Het zou de school worden voor de volgende twintig jaar.

dinsdag 17 februari 2015

Sinaasappelen

Het eerste jaar Rheindahlen zat erop. Het leven in de Mess was me prima bevallen en voor mij ook de beste optie voor de volgende jaren. De ontdekking dat Engelse collega’s ook gezellige mensen zijn had ik gauw gedaan. Intussen was ik lid geworden van het Nederlandse bowlingteam dat met elf Engelse teams een halfjaarlijkse competitie speelde.
Ons team noemde zich “the Oranges” en viel in iedere wedstrijd op door de grootste bierconsumptie en de slechtste resultaten, waardoor het steevast op de laatste plaats in de tweede divisie eindigde. Wanneer de ballen als sinaasappelen door de goot rolden, hadden de Nederlanders het grootste plezier. Tot grote ergernis van de bloedserieuze Engelsen. Eerlijk gezegd voelde ik me op die avonden ook meer Engelsman dan Nederlander. Dat was ook gauw opgevallen bij mijn Engelse ‘teacher-collega’s’, die zich nota bene de ‘Academicals’ noemden en in de eerste divisie speelden. De overstap was gauw gedaan en vanaf dat moment won ik met mijn team de ene beker na de andere. Minder leuk was dat wij ons met ons fanatieke bowlen niet erg populair maakten bij de andere teams.  In elk geval kon ik bij mijn afscheid in 1999 elke leerling een beker cadeau doen, wat alweer scheelde in de verhuizing.
Alleen de bal ging mee naar Nederland en die heb ik nog 15 jaar gebruikt als bowler van de ‘Mighty Four’, een team dat in een seniorencompetitie speelde. Alweer zo bloedfanatiek… Afgelopen jaar was het 50 jaar dat ik met dezelfde bal gooide. Het leek me een goed moment om er definitief mee te stoppen. Tot grote spijt van mijn vrouw, die sindsdien treurt om haar rustige middag. Maar ja, gooien tot je erbij doodvalt is ook geen optie.

Op verkenning

Tijd om weer eens een bezoek te brengen aan de onderkomens en kantoren waar het Nederlandse detachement gehuisvest was. Bijzonder indrukwekkend was het Big House waar de Nederlandse commandant zetelde en die alleen maar te bereiken was via een doolhof van gangen. Het was een prettig gesprek met een kolonel waarbij ook de problemen op de school ter sprake kwamen.
Ook bezocht ik de juf in de Teachers’ Mess en maakte met haar afspraken over de eerste schooldag.
Kortom, het kon beginnen!

Al vroeg wakker was ik de volgende dag als eerste bij het ontbijt, heerlijk Engels. Ik had genoeg tijd en dus besloot ik te voet naar de school te gaan. Halverwege Queens Way moest ik een flinke sprint inzetten omdat ik me verkeken had op de afstand tussen de Mess en de school. Het lukte en even later stond ik op het schoolplein om ouders en kinderen te verwelkomen.
Busjes met leerlingen stonden bij de school; uit Gerkerath, Beeck, Tetelrath en de Freiheiderstrasse. Kinderen die elkaar na een lange vakantie weer zagen en jongens en meisjes die de afgelopen maand pas naar Duitsland waren verhuisd. En natuurlijk ouders die nieuwsgierig waren naar het nieuwe schoolhoofd. Ik was er klaar voor. Allerhoogste prioriteit had het werken aan goed onderwijs op een leuke school voor de leerlingen en daarmee het verloren vertrouwen van de ouders terug te winnen. Langzaam lukte dat en de ouders lieten dat ook blijken. Zelfs de juf leek er steeds meer plezier in te krijgen, al waren er nog veel momenten van ‘bijsturend overleg’ nodig.
Ons schooltje bestond uit twee klaslokalen en een kantoortje in de Engelse St. Andrews School, vlakbij Big House, de Naafi en de Schotse kerk. De speelplaats was keurig in twee delen verdeeld, aangegeven door een vette streep die door onze Engelse collega’s onpasseerbaar was verklaard.

Rheindahlen was een kleine stad van ongeveer 30.000 inwoners, ingedeeld naar de rangen van de militairen onder het motto “samen werken, gescheiden wonen”. Ook de Nederlandse gezinnen hadden zich aan deze regeling moeten aanpassen. Later, in de jaren zestig, gingen de Nederlanders in eigen woonwijken buiten Rheindahlen wonen, maar ook daar hielden ze zich nog lang aan de Engelse regeling. Dat was ook de reden waarom alle kinderen elke dag met busjes uit verschillende richtingen naar de school kwamen.

HQ, zoals Rheindahlen meestal genoemd werd, had alles wat een kleine Engelse stad voor zijn inwoners nodig had. De locatie was na de oorlog door de Engelsen aangewezen en daardoor min of meer 'neergeplant' midden in één van de laatste echte oerbossen van Nordrhein-Westfalen. Dat was destijds zeer tegen de zin van de Duitse bevolking, maar die had daar uiteindelijk weinig over te zeggen. Naast woningen en winkels kwamen er vele grote kantoorgebouwen, kazernes voor militairen, negen basisscholen, 2 middelbare scholen, bioscopen, een zwembad, een schouwburg en sportvelden. Alle straten hadden namen van Engelse steden. Het meest opvallend was natuurlijk Big House, waar de vlaggen van alle NATO-landen wapperden.

vrijdag 6 februari 2015

Number One

Goch adieu. In mijn Simca Montlery was ik eindelijk onderweg naar een nieuwe toekomst: Rheindahlen Headquarters.

De eerste vakantieweek was omgevlogen en ik had nog een maand om allerlei zaken te regelen in mijn nieuwe standplaats. Maar mijn gedachten waren bij de afgelopen week. Wat moest ik ervan denken? Ik had bezoek gekregen van twee collega's uit Rheindahlen. Marga Zopf (het vertrekkende schoolhoofd) en haar juf, die ik niet met naam zal noemen uit respect. Het was mijn eerste kennismaking met de dames en de begroeting mt de juf verliep stroef. Zij kwam mij vertellen dat ze zeer boos was omdat zij bij de benoeming van het nieuwe schoolhoofd in Rheindahlen door het bestuur gepasseerd was en in mij de boodsdoener zag. Mijn antwoord dat ik tot kort daarvoor niet eens wist dat er in Rheindahlen een school stond en ik bovendien ook niet gesolliciteerd had, liet de juf niet gelden.
Tijdens een korte sanitaire afwezigheid van haar kreeg ik door collega Zopf een briefje in handen gedrukt, waarin zij mij dringend verzocht haar één van de volgende dagen een bezoek te brengen in haar woonplaats Kerkrade. Het gesprek met haar bevestigde mijn vermoeden dat problemen op de school de aanleiding waren voor haar vertrek. Problemen die in de kleine Nederlandse gemeenschap voor heel wat onrust zorgden.

Een uur later stond ik voor de poorten van het hoofdkwartier. Nog een paar honderd meter tot "Number One Civilian Mess", mijn verblijf voor onbestemde tijd. Blijkbaar verwachtte men mijn komst want in de hal werd ik opgewacht door een Engelse dame, de Mess President. Nice to meet you!
Een eerste kennismaking in de lounge met enkele bewoners en aansluitend een rondleiding door het gebouw. Hoogtepunt op de eerste dag was de bezichtiging van mijn appartement in Engelse stijl met een mooie grote kamer, een ruime slaapkamer en een bad. Alles inclusief: thee aan bed, all-in verzorging, schoonmaken, wassen en strijken, poetsen van schoenen. Maar ja, ik was nu 'in England' en bovendien in functie als Headmaster of the Dutch School! Ik zag het helemaal zitten.
De volgende dagen maakte ik kennis met de overige bewoners: 61 personen waarvan 60 Engelsen en 1 Francaise. De meesten waren werkzaam in het onderwijs, de rest vroedvrouwen, tandartsen, brandweer en ander burgerpersoneel.

donderdag 29 januari 2015

Weer een uitdagende baan

Korte tijd later nam ik afscheid van ouders en leerlingen, die me zeer dierbaar waren geworden. 15 leerlingen hebben hun weg in een goede toekomst gevonden. Dat geldt helaas niet voor dat lieve zusje van Peter en Tommy. Zij kwam een paar jaren na Goch bij een tragisch verkeersongeval om het leven.

Nooit heb ik sinds mijn vertrek naar Mönchengladbach twee oud-leerlingen uit het oog verloren, namelijk Dick en Peter Berlijn, die beiden in de voetstappen van hun vader getreden zijn. Vooral Dick speelde daarin een prominente rol, zoals bekend. Bijzonder gewaardeerd heb ik zijn artikelen in de Vliegende Hollander waarin de Commandant der Luchtstrijdkrachten blijk gaf van zijn bijzondere aandacht voor het welzijn van ”zijn mensen” bij de Luchtmacht. En dat in uitstekend Nederlands!

Dick, die mij met zijn aanwezigheid verraste toen ik op 1 juli 1999 met pensioen ging en daarmee na ruim 40 jaar afscheid nam van mijn baan bij onderwijs en defensie. Zijn handdruk liet hij volgen met de opmerking “ U hebt mij gematst”.
Dick had het goed gezien. Het schooltje in Goch en mijn benoeming waren een direct gevolg van een minder prettige sfeer op de school die zij bezochten, hetgeen een negatieve uitwerking had op de leerresultaten. Een probleem dat iedere leerkracht weet op te lossen door extra aandacht te besteden aan de individuele leerlingen en te beginnen met eenvoudigere opgaven, waardoor de resultaten vanzelf beter worden. Dit lukte bij Dick, maar vast ook bij zijn klasgenoten.
“Niet moeilijk, Dick !”.
Bij deze gelegenheid werd ik door hem ook nog eens herinnerd aan de totaal mislukte natuurkundeproef over destilleren. Weer moest ik toegeven dat hij gelijk had want de inktvlekken tegen het plafond na het uiteenspatten van het reageerbuisje zijn nooit verwijderd. Knap onthouden. Na 36 jaar!

Goch

Ruim twee jaar was ik onderwijzer in Süsterseel. Een spannend begin was het met een spannend vervolg. De mensen in Süsterseel waren van de ene dag op de andere dag Nederlanders geworden. De meesten, zeg maar haast iedereen, tegen hun zin, sommigen zelfs vijandig. In de vierde en vijfde klas gaf een Nederlandse onderwijzer les in het Duits. In de volgende jaren had hij zich populair gemaakt door het organiseren van allerlei creatieve activiteiten binnen en buiten de school en zijn engagement in verenigingen. Nu was hij naar Nieuw–Guinea vertrokken. Ik werd zijn opvolger, weer een “Holländer” die de sympathie van de ouders en de kinderen moest “verdienen”.

Begin 1962 kon ik zeggen dat het me aardig gelukt was. Prima contact met collega’s. Leerlingen die even graag naar de school gingen als hun meester en een onderwijzer die zich geen beter contact met de ouders kon wensen. Hét moment voor een nieuwe uitdaging. Vertellen kon ik het nog niemand zonder een kleine dorpsrevolutie te riskeren. Tot er op zekere dag een hoofdinspecteur uit Den Haag op de school verscheen voor een gesprek met de sollicitant. Enkele weken eerder had ik gesolliciteerd op een vacature waarin leerkrachten gevraagd werden voor de in oprichting zijnde scholen voor kinderen van Nederlandse militairen en hun gezinnen die bij de Geleide Wapens langs de Duits – Nederlandse grens geplaatst werden. Het was de tijd van de Koude Oorlog. Onbegrip bij de collega’s en veel ouders. Maar het feit dat ik toch binnen niet al te lange tijd van de school afscheid moest nemen omdat het Selfkantgebied weer naar Duitsland terug zou keren, hielp een beetje bij het aanstaande vertrek eind april 1962.
Intussen was ik al een stukje “verder”. Allereerst het bezoek aan het ministerie waar de heren van het bestuur wilden weten aan welke plaats ik de voorkeur gaf. De keuze was Münster, een grote en mooie stad in Nordrhein - Westfalen of Goch, een stadje 40 kilometer ten oosten van Nijmegen. Op deze vraag was ik voorbereid en het antwoord was Münster. Prompt reageerde de bestuursvoorzitter: “Dan gaat u naar Goch”. Heel even was ik totaal perplex, maar met de vaste wil om het echte Nederlandse avontuur in Duitsland aan te gaan, ging ik er direct mee akkoord. In de trein naar huis vroeg ik mij af of de Haagse meneer alleen maar lollig wilde doen of dat hij in een helderziend moment voor mij de juiste keuze had gemaakt.

Drie dagen na mijn bezoek in Den Haag kwam een telefoontje uit Goch. “Met generaal Berlijn”. Het was de uitnodiging voor een kennismakingsbezoek en de afspraak over tijdstip van aankomst op het station in Nijmegen. “Ik laat u met mijn dienstauto ophalen”. De auto was op tijd maar mijn trein had vertraging en geen blauwe Opel meer te zien. Voor een half maandsalaris nam ik de taxi naar Goch. Bij de kazernepoort haalden we de auto in. Nog net op tijd kon ik kennismaken met een imposante generaal achter een barok bureau. Informatie werd uitgewisseld:
* de ouders van de leerlingen waren ontevreden over de opvang en begeleiding door de huidige school
* de dagelijkse lange busrit naar de school in het Limburgse Siebengewald
* het Nederlandse klasje wordt ondergebracht in een lokaal van een Duitse school
* tijdens de middagpauze van de eerste schooldag vindt de officiële opening plaats waarvoor behalve de ouders ook de leerkrachten van de Duitse school worden uitgenodigd
* de huisvesting voor de nieuwe onderwijzer wordt een kamer met bad in de officiersmess
* 2 mei 1962 is de eerste schooldag met 16 leerlingen, verdeeld over 6 klassen. Het schooltje is ondergebracht in een compleet ingericht lokaal van een Duitse school
* tijdens de middagpauze van de eerste dag vindt de officiële opening plaats waarvoor ook de leerkrachten van de Duitse school worden uitgenodigd
* mijn huisvesting als vrijgezel wordt een kamer met bad in de officiersmess.

2 mei 1962. Uit het militaire busje stappen 16 leerlingen. Grote jongens, kleine meisjes, aarzelend, afwachtend, nieuwsgierig, verlegen lachend. De spanning die met de minuut minder wordt en de eerste kennismaking met hun nieuwe onderwijzer. Op naar het gezellig ingerichte klaslokaal met grote en kleine tafels en stoelen, die nog wel hun plaats moesten krijgen. Een kwartier later had iedereen zijn of haar plek in de eigen groep. Zes groepen – zes klassen in één lokaal, met voor elke klas een extra tafel en stoel voor de meester, zo hadden we besloten. Gezellig naast en tegenover elkaar, samen met z’n zeventien. Eerst moesten nog een paar afspraken gemaakt worden. Bij het lesgeven zou ik om beurten bij elke groep zitten. Dat zouden ook de zesde klassers doen wanneer ze met hun werk klaar waren. Mijn assistenten voor lezen, schrijven en rekenen in groep 1/2. Alle taken, mondeling en schriftelijk, met toelichting lagen elke dag in een schriftje bij de groep. Klaar om te beginnen. Vanaf de eerste dag werkte het systeem perfect, dankzij mijn enthousiaste helpers. In de middagpauze werd het glas geheven op de start van het door de Nederlandse gemeenschap zo gewenste schooltje en kon ik de ouders begroeten van Dick en Peter Berlijn, van Peter en Tommy de Klein en hun twee zusjes, van Paul van der Meulen en Ron Goedegebuure en klasgenootjes, van wie mij de namen ontschoten zijn. Het werd een gezellig feestje, samen met de Duitse collega’s van de St. Georgschule. Opgelucht kwam ik op de kazerne terug. ’s Avonds bij een borrel wist ik dat Gogh een geweldig avontuur en een mooie tijd zou worden. Dan terug naar mijn kamer om zoals elke avond de lessen voor de volgende dag voor te bereiden, want van één ding was ik sinds Süsterseel overtuigd: Goed onderwijs is altijd het resultaat van een goede voorbereiding. Als het moet in 6 schriften tegelijk.

Goch, een prachtige tijd in alle opzichten, maar helaas te kort. Vijftien maanden na mijn komst was het, in militaire termen, weer einde oefening. In de zomer van 1963 werden alle Nederlandse militairen in Gogh overgeplaatst naar Tongeren, met als standplaats Maastricht. Voor treuren was geen tijd. Bovendien was het een fantastisch jaar geweest. En ik was nog maar 26. Dus tijd genoeg om te solliciteren. Daar had ik trouwens nog niet aangedacht, toen er bij mij kort voor het sluiten van de kazernepoort een brief in de bus viel. “Ik ben voornemens u te benoemen tot hoofd van de Nederlandse school bij de militaire basis te Mõnchengladbach (Dld)”. Afzender: De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, voor deze P.Kalmijn.

Wat een mazzel. In Duitsland zegt men “Glück muss man haben” en dat had ik weer eens.

dinsdag 13 januari 2015

Over de grens

De volgende dag stond ik voor een Duitse school in Nederland. Of was het een Nederlandse school in Duitsland? Misschien moet ik dat even uitleggen. Ergens in Limburg, ter hoogte van Sittard-Geleen is die provincie nog geen 10 kilometer breed. Vanuit Geleen, waar ik woonde, tot aan de grens met Duitsland is het hoogstens een half uur fietsen.

Aan de Duitse kant ligt een klein gebied dat Selfkant genoemd wordt en dat aan drie kanten aan Nederland grenst. Van 1949 tot 1963 was de Selfkant door Nederland geannexeerd als compensatie voor de door Nederland geleden schade tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd toen Nederlands gebied onder Nederlands bestuur. De bewoners spraken natuurlijk Duits, met enig Limburgs accent.

Op de scholen in de Selfkant werd door Duitse leerkrachten onderwezen in de Duitse taal. Om het onderwijs toch een Nederlands accent te geven was er bij de gebiedsoverdracht bepaald dat er aan elke school een Nederlandse onderwijzer benoemd moest worden die ook in de Duitse taal moest onderwijzen, aangevuld met enkele uren Nederlands in de bovenbouw op de vrije woensdagmiddag. Hiervoor kreeg hij van de gemeente Selfkant als eenmalige vergoeding een fiets.

Het totale gebied van de gemeente Selfkant omvatte zeven dorpen. Eén van die dorpen was Süsterseel. Dit dorp kende ik omdat ik daar in het kader van mijn opleiding drie maanden stage had gelopen. Oktober 1959 stond ik daar weer na een telefoontje dat ik tijdens mijn laatste militaire oefening in La Courtine kreeg om de plaats van de vertrokken Nederlandse onderwijzer in te nemen.

Een kans die ik met beide handen aangreep en die in vele opzichten een bijzondere ervaring werd. Zoals:
* leerkrachten die door ouders en leerlingen werden aangesproken met Herr Lehrer ( Meneer meester) en had die een vrouw dan werd die Frau Lehrer genoemd.
* collega’s die elkaar op school maar ook in hun vrije tijd nooit tutoyeerden. Eén uitzondering werd gemaakt door het hoofd van de school, die mij na een jaar aanbood elkaar te tutoyeren, vermoedelijk als bijzondere geste richting de Nederlandse collega. Dit feit werd door hem officieel bekend gemaakt aan mijn Duitse collega’s, die mij verder als Herr Pennings bleven betitelen.

Een nogal moeilijk moment voor mij was het maandelijkse bezoek aan het gemeentehuis voor het ophalen van het salaris. Bij het cash uitbetalen was het bedrag dat de gemeentesecretaris in mijn richting schoof nauwelijks meer dan de helft van het bedrag dat mijn Duitse collega’s ontvingen. Het was gewoon het verschil tussen de salariëring van Duitse en Nederlandse leerkrachten. Maar ook daar kun je aan wennen.

Op één punt verschilt het Duitse onderwijssysteem totaal van het Nederlandse. Na de vierde klas maken de leerlingen de stap naar het voortgezet onderwijs. Dat v.o. is de Realschule ( Mavo) of het Gymnasium. Leerlingen die niet naar het voortgezet onderwijs gaan blijven tot klas 9 op de hun vertrouwde “ Volksschule”. Daarna gaan ze als leerling bij een bedrijf een beroep leren en enkele dagen per week naar de Berufsschule, een soort ambachtschhool.
Terugdenkend aan de periode Süsterseel herinner ik mij een schooltje zoals veel dorpsscholen uit die tijd: kleinschalig, beschermd, leerkrachten die alle respect en vertrouwen bij de ouders genoten, met een enorm gezag in schoolse en niet-schoolse zaken, waar rust en gemoedelijkheid meer telden dan leerprestaties. Een school die bij de ouders nooit twijfels of vragen opriep over doelstellingen, handelingen of besluiten die het onderwijs aan de school of hun eigen kind betroffen. De school als eilandje van rust en vrede in het dorp.

Voor de jonge leerkracht van klas 4 en 5 die zich toch vooral verantwoordelijk voelde voor onderwijs zoals hem dat op de kweekschool was bijgebracht, met grote aandacht ook voor de cognitieve ontwikkeling, was dat niet altijd een gemakkelijke situatie, wel beseffend dat veranderingen alleen maar geleidelijk en met veel begrip en overleg konden plaatsvinden. Hoe dat gegaan is laat ik in het volgende schema zien.

Eerste jaar Een voorgesprek dat ik als leerkracht van klas 4en5 met het schoolhoofd had over oudergesprekken en schooladviezen voor het voortgezet onderwijs was teleurstellend en onthutsend:
* gesprekken met ouders over vervolgonderwijs zijn niet nodig
* kinderen zijn te jong om met fiets of bus naar een school in de stad te gaan
* kinderen uit het dorp krijgen op een stadschool onherroepelijk problemen
* bij ouders is geen interesse voor voortgezet onderwijs
* kinderen kunnen beter op onze school blijven Uiteindelijk gingen drie leerlingen van klas 4 naar het voortgezet onderwijs.

Tweede jaar
* veel goede gesprekken met collega’s
* aanvankelijk verzet tegen oudercontacten verdween
* invoering oudergesprekken en ouderavonden
* meer leerlingen naar voortgezet onderwijs

Derde jaar
* uitstekende contacten tussen school en ouders
* grote belangstelling bij ouders voor schoolactiviteiten
* groeiende belangstelling voor vervolgonderwijs
* een Nederlandse onderwijzer die per 1 juni 1959 afscheid neemt van een mooie school met veel plussen en kleine minnetjes van prima collega’s en van dankbare ouders en superbrave leerlingen

Tot slot – wat is er sinds mijn vertrek nog meer gebeurd ? Het antwoord:
* Elke twee jaar een reünie met oud-leerlingen
* Bij laatste reünie iedereen tot op één na gepensioneerd
* De laatste nog werkende is vorig jaar aan kanker gestorven. Samen hebben we hem begraven op het kleine kerkhof van Süsterseel, direct naast de school.

vrijdag 2 januari 2015

Huzaar eerste klas


Deze week ben ik 78 geworden. Reden om weer wat herinneringen op papier te zetten zonder me af te vragen of dit iemand interesseert.
Het begon allemaal met mijn opleiding voor onderwijzer, een beroep waar ik in de verste verte niet eerder aan gedacht had, maar waarvan de studietijd me achteraf enorm meeviel.
Nog geen week na de diploma-uitreiking marcheerde ik, samen met nog 20 afgestudeerde onderwijzers, de meesten uit Limburg, een graaf van Limburg Stierum en ene Rost Onnes, zoon van de directeur van de Hollandse Bankunie en nu nog wekelijks met foto in de Telegraaf, over de tankbaan van de Alexander kazerne in Amersfoort.

Een aardige vent, die Rost Onnes. Ik herinner me nog goed dat hij bij aantreding op de eerste dag de aandacht vroeg van de wachtmeester om hem mee te delen dat hij een uur later weg moest voor het bijwonen van een feestje van Beatrix en Irene, waarvoor hij was uitgenodigd. Grote woede bij de wachtmeester, een pertinent “nee” was het antwoord. Een uur later zat huzaar Rost Onnes in de auto naar Den Haag, om de volgende ochtend weer tijdig op het appèl te zijn.
De opleiding was niet bepaald een succes. Na een week moesten we om beurten aantreden bij de selectieofficier waar ons twee vragen werden gesteld.

Vraag 1: "Je komt zeker uit Limburg?"
Antwoord: “Ja meneer, pardon ritmeester”
Vraag 2: "En je bent ook nog onderwijzer?"
Antwoord: “Ja uch ritmeester.”


“Dan ben je ongeschikt voor de opleiding en kun je nu vertrekken”.
Hetzelfde antwoord voor de overige 20 domme, ongeïnteresseerde onderwijzers.

Een half uur later was het eskadron 20 tankchauffeurs, schutters en seiner-laders rijker. Een geweldig jaar volgde. Oefeningen in Vogelzang (Eifel), Bergen-Hohne en La Courtine. Overal rondgereden in een dure tank. Terug uit La Courtine lag er voor mij post met de mededeling dat ik mij de volgende dag moest melden bij de school waar ik gesolliciteerd had.

Huzaar Jo Pennings zwaaide af. Precies een jaar na zijn oproep voor dienst. Alle collega’s waren bijeen in de grote slaapzaal en onverwacht verscheen onze commandant, ritmeester Bouwdijk Bastiaans. In een korte toespraak bedankte hij de vertrekkende huzaar voor zijn inzet bij het bij elkaar houden van 20 gefrustreerde collega’s. Zijn laatste woorden: “De grootste drukker van mijn eskadron gaat ons nu verlaten.” Klonk weliswaar niet zo aardig, maar het feit dat hij me naar de voordeur begeleidde en mij nog even hielp de pukkel op mijn rug te stouwen maakte weer alles goed en was een laatste herinnering aan mijn diensttijd en aan de commandant van het B-eskadron van Sytsema in Oirschot.

zondag 14 december 2014

Eens moest het er toch van komen...


Ik bedoel dat ik mijn drie jaar geleden op deze website gedane belofte zou breken om nu weer eens wat te schrijven. Schrijven, natuurlijk over een periode in mijn leven die ik tot mijn mooiste reken en die me nog steeds niet helemaal loslaat.

Rheindahlen, de Lochtenberg, Tetelrath en Rickelrath. De jongens en meisjes die bij mijn benoeming in Rheindahlen in 1967 nu zelf al voor hun pensioen staan tot de leerlingen van wie ik net voor de eeuwwisseling afscheid heb genomen en nu klaar staan voor een leven met werken en een eigen gezin. Daaraan dacht ik deze week toen ik in een lekker winterzonnetje op mijn fiets door het Limburgse land waar ik vandaan kom fietste en na mijn pensioen weer terugkeerde.

Een heerlijk gevoel. Namen herinnerde ik me weer. Gebeurtenissen en feesten op school ook. Sinterklaas die op de mooiste schimmel van Rickelrath zomaar uit het bos kwam. De pieten, die rollend en stoeiend over het dak van de school naar beneden kwamen, de kerstviering met een kersttoneel in een prachtig decor dat we onder leiding van meester Hendriks hadden gemaakt.

Zij allemaal hebben een geschiedenis: een mooie, een avontuurlijke of een gezellige. Dat wens ik jullie allemaal wanneer je dit leest.

Helaas zal niet altijd de werkelijkheid zo zijn geweest. Sommigen van ons zullen tot nu toe minder geluk hebben gehad. Financiële problemen, werkloosheid, ongeval, ziekte of ander verdriet horen ook bij ons leven, waarin we met zoveel verwachtingen gestapt zijn en dat begon met een veilig gezin, geborgenheid en een mooie school in Rheindahlen.

Daar dacht ik aan, op mijn fiets en bijna thuis. Daar denk ik aan, wanneer ik jullie een fijne kerst wens en alle goeds voor het nieuwe jaar. Vooral veel moed, sterkte en optimisme voor iedereen voor wie de afgelopen jaren minder goed zijn gegaan.

Ik ben van plan me het komende jaar nog een paar keer op deze site te melden. Reacties of verhalen van jullie stel ik uiteraard ook zeer op prijs. Gebruik daarvoor de 'reactie-knop' onderaan het artikel.

Met groet
Jo

donderdag 29 september 2011

Groetjes

Donderdag, 29 september 2011


Beste vrienden, oud-Lochtenbergers,

De afgelopen week heb ik weer een tijdje doorgebracht op ‘Schoolbank’. 236 namen van oud-leerlingen, die herinnerden aan onze gezamenlijke tijd in Rheindahlen. En zoals altijd heb ik genoten. Enige weemoed was er ook bij.

De tijd is voor ons allemaal verder gegaan en dan is het goed te lezen hoe jullie privé en maatschappelijk geslaagd zijn en positief in het leven staan. Sommigen misschien nog niet helemaal. Vooral hen wens ik dat zij de komende jaren het doorzettingsvermogen, de energie en misschien de gezondheid hebben bij het werken aan hun persoonlijk geluk.

Enkele mensen die daar zeker nu al in geslaagd zijn waren onlangs bij mij op bezoek. Jerry en Ina Titaley, die in de jaren zeventig, samen met hun broer Frank op de Lochtenberg zaten. Zij woonden in Gerkerath en hun vader was meneer Titaley, jarenlang chauffeur van de schoolbus. Vast zullen een aantal van jullie zich aan hem herinneren.
Jerry, nu 48 en Ina, vier jaar jonger, maakten een grote indruk op mij. Tot laat in de avond heb ik geboeid naar hun verhalen geluisterd, met hun herinneringen opgehaald, foto’s bekeken en rapporten van vroeger nog eens getoetst. Het deed de oude meester echt goed!

Ja, over leeftijd gesproken.

Eind van het jaar word ik 75. Dat begint op te schieten.
Nog voel ik me prima, doe nog heel veel leuke dingen: genieten van mijn vrouw, samen wandelen, fietsen en terrasjes zitten. Mijn zoons Roy en Holger, schoondochter en de kleinkinderen Anna en Julia. Elke week fanatiek bowlen met andere senioren, de contacten met familie, vrienden en kennissen. Uitstapjes, alleen niet meer zo ver.

Mijn gezondheid is gelukkig nog goed – op een klein probleem na, dat binnenkort wel een operatie noodzakelijk maakt, met grote kans dat die goed afloopt.

Maar je weet maar nooit.

Daarom heb ik behoefte jullie nu – in leven en welzijn – nog eens hartelijk te groeten en te bedanken voor de mooie tijd die ik met jullie op de ‘Lochtenberg’ heb gehad en alle contacten daarna. Ik wens jullie en al je dierbaren alle goeds voor de toekomst. Ikzelf zal ook mijn best doen om er nog wat mooie jaartjes aan te plakken.

Heel veel groetjes,
Jo Pennings.

dinsdag 14 september 2010

Boekje over Nederlandse basisscholen in Duitsland

Beste mensen,

Het is al weer een hele tijd geleden dat ik door het bestuur van de Nederlandse scholen in het buitenland, die we toen kort NATO-scholen noemden, gevraagd werd om wat impressies en herinneringen op papier te zetten van de 29 scholen die er ooit in Duitsland en België hebben bestaan.
Voor mij was het een gelegenheid om het eerste jaar van mijn pensionering nog eens alle scholen te bezoeken en te praten met (oud-)collega's, leerlingen en oudleerlingen en hun ouders.
Het resultaat werd een bescheiden boekje dat de titel 'Scholen naast kazernes' kreeg. Een voor de hand liggende titel, gezien de bijzondere relaties tussen woon - en werkplaats van de gezinnen en de school van hun hun kinderen.
Uiteraard hebben alle betrokkenen, leerlingen, ouders en leerkrachten veel meer herinneringen aan hun school dan hier zijn opgetekend. Maar misschien roept het lezen van de verhalen bij de een of ander toch weer een 'AHA - Erlebnis' op van gebeurtenissen uit een tijd die ons nooit helemaal zal loslaten.
Met deze nu digitaal verspreide versie van het boekje los ik mijn belofte in aan de deelnemers van onze reünie in 2010. Bovendien is deze toegankelijk voor iedereen die nog eens herinnerd wil worden aan die bewogen jaren in Zeven, Bramsche, Casteau en overige Siedlungen.

Wil je het boekje lezen, klik dan HIER. De link opent een aparte webpagina ('Scribd') waar het boekje op geplaatst is. Je kunt het boekje dan rechtstreeks vanaf het scherm lezen (scroll naar beneden). Je kunt het ook downloaden of rechtstreeks printen (139 pagina's). Klik daarvoor rechts bovenaan de 'Scribd-pagina' op de buttons 'download' of 'print'.

ERRATUM: De bovenste foto op pagina 14 van het boekje is niet correct. Hiervoor in de plaats had onderstaande foto moeten staan:
Vervolgens in Tetelrath (1965-1980)

vrijdag 16 juli 2010

Adieu Appi

14 juli 2010.

Om half twaalf vanmorgen ging de telefoon. De zoon van Appi Bos belde om me te zeggen dat zijn vader net gestorven was. Ofschoon ik er al een tijdje op voorbereid was, kwam het bericht toch als een schok. Een week eerder hadden we nog met elkaar gesproken. Zijn stem klonk goed verstaanbaar, duidelijker dan de laatste tijd:

“Die verrekte pijn. Het is op. Het is mooi geweest”. Hij lag op zijn bed en ik luisterde. Hoe geweldig hij het had gevonden om nog een keer zoveel oude bekenden te zien op de reunies. Leerlingen en hun ouders die hem herinnerden aan wat hij de mooiste weken van het jaar noemde, de schoolkampen op de “Spar” en andere campings.

Ik bedankte hem voor zijn vriendschap en alles wat hij voor onze school gedaan had en zei nog een keer : “Appi, het allerbeste”, voor ik de telefoon neerlegde, wetende dat dit ons laatste gesprek was.

Appi Bos
Nog een paar herinneringen aan de man die met zijn kookkunst dertig jaar lang heeft bijgedragen aan het slagen van onze schoolkampen:

Eind jaren zestig. De voorbereidingen voor ons schoolkamp waren in volle gang. Wat we na enkele jaren van improviseren nog misten was een ‘echte” kok. De zoektocht ging zoals altijd langs militaire lijn : Nak Rheindahlen – Den Haag – vliegveld Twente. Hier werkte Appi Bos als kok in de korporaalsmess. Een telefoontje en het was geregeld. Een paar weken later stond Appi met zijn koffer in Rheindahlen. Voor twee weken gedetacheerd met als opdracht een week lang de maaltijden te verzorgen voor 40 kinderen en acht begeleiders.

De eerste uren met meneer Bos voorspelden niet veel goeds en dat kon ik wel begrijpen. Na een korte kennismaking met de commandant kreeg Appi een kamer met bed en stoel toegewezen in een van de bekende slaapbarakken. Daar kon hij zich een week voorbereiden op zijn tijdelijke werk bij een onbekend schooltje dat de Lochtenberg heette. Het was al gauw duidelijk dat hij veel liever bij vrouw en kinderen in Twente was gebleven. Maar we deden beiden ons best en na een week waarin we ook nog tijd hadden voor wat gezellige dingen had hij zijn menu-rooster voor de volgende week klaar en waren bij de Makro de nodige voorraden ingeslagen voor zeven dagen lekkere en gezonde kindermaaltijden.

Het dagelijkse enthousiasme van de kinderen voor wat ze op hun bord kregen deed de kok zichtbaar goed en aan het eind van de week had ik alle reden om aan te nemen dat ons ‘koksprobleem’ voor lange tijd was opgelost. Totdat Appi kort voor de thuisreis mij nog even aan de kant nam en me toevertrouwde: ‘Zeg Pennings, ik heb het met veel plezier gedaan, maar dit was de eerste en laatste keer. Probeer het niet weer, want het lukt je toch niet. Ik heb me kapot gewerkt, in een week meer dan een half jaar op de kazerne. Audoo’. Het was Twents, maar ik snapte het toch. Zwaaiend stapte hij in de auto die hem naar het station bracht.

Had ik me dan zo vergist?

Na de zomervakantie kwam het telefoontje.

‘Pennings, ik heb er nog eens over nagedacht. Volgend jaar kun je weer op me rekenen. Ik neem dan nog een maatje mee. Jakob de Vries heet ie. Dat is een geschikte peer en dan kunnen we het werk verdelen’. Voor niets had ik een paar weken op het strand van Rimini gelegen, piekerend hoe ik volgend schoolkamp aan een nieuwe kok zou komen.

Heel wat jaren gingen voorbij en steeds konden we voor ons zomerkamp rekenen op Appi en Jakob. De twee waren niet meer weg te denken en zorgden met heerlijke kindermaaltijden voor welkome onderbrekingen van de kampactiviteiten. Hun faam verspreidde zich al snel tot Wegberg en Tetelrath. Geen wonder dat op woensdag de ouders het bezoek aan hun kind niet wilden missen, wetende dat de koks ook voor hun een extra lekkere pot hadden gekookt.

Begin jaren negentig was er een nieuw probleem. Appi’s tijd als kok op de vliegbasis zat er op en ik vroeg me af wat dit voor ons zou betekenen. Stoppen, of misschien toch nog een paar jaren doorgaan als kok op ons schoolkamp. Het antwoord kwam prompt: ‘Pennings, voorlopig zie je me nog elk jaar. We stoppen samen’. En Appi hield woord. Het schoolkamp in de zomer van 1999 was ons laatste.

Mooie jaren volgden. Appi als altijd in het middelpunt van zijn hechte familie en vele vrienden. Wij telefoneerden regelmatig en bezochten elkaar af en toe. Toen hij een koninklijke onderscheiding voor zijn jarenlange sportieve en sociale activiteiten kreeg was ik er bij. Vorig jaar keerde het geluk. Appi’s vrouw kwam te overlijden en een paar maanden later werd bij hem die akelige ziekte ontdekt die weinig hoop meer bood.

De sterke vent, ooit bokskampioen van Oost – Nederland, werd langzaam geveld.
Een grote wens konden zijn kinderen en kleinkinderen hem nog vervullen. Twee keer in korte tijd brachten ze hem naar Rheindahlen. De plaats waar hij jaren geleden met grote tegenzin naar toe moest en waar hij nu nog een keer de leerlingen van de Lochtenberg ontmoette die hem nog lang niet waren vergeten.

Adieu vriend.

maandag 17 mei 2010

Foto's van reünie en overige oude schoolfoto's nu online

De reünie-foto's zijn klaar en staan voor jullie online. In totaal hebben we 1290 foto's verzameld en ondergebracht in 18 categorieën. De foto's zijn ingestuurd door oud-leerlingen, een deel is van mij zelf en daarnaast is pas geleden per toeval een grote zak oude foto's boven water gekomen - met dank aan Margo Bongaerts!

Naast de beide reüniedagen, zijn er bijvoorbeeld heel veel klassefoto's, foto's van Koninginnedag, schoolkamp, kerstmis, het bezoek van prins Bernhard, het Sinterklaasfeest en het schaatsen in Grefrath. Daarnaast ook zo'n 200 foto's van kleinere groepjes scholieren en individuele leerlingen, vanaf de jaren '60 tot aan 2000.

Iedereen die bij de aanmelding voor de reünie een emailadres heeft achtergelaten of die mij een email heeft gestuurd (of nog stuurt!), krijgt deze week vanuit het gratis online webalbum 'Picasa' een aantal emails door mij toegestuurd. Deze emails zijn uitnodigingen voor het bekijken van de 18 individuele webalbums. Klik op de link in de email om bij het online album te komen. Jammer genoeg is het niet mogelijk gebleken om hiervan slechts 1 uitnodiging te maken. In de uitnodigingsmail aan jullie staat een 'tussenoplossing', maar als die niet zou werken, dan moet ik jullie 18 aparte uitnodigingen sturen.

Ieder online album heeft een eigen naam. Om foto's te bekijken of te downloaden/printen doe je het volgende:

  1. Klik op het album en je ziet een overzicht van alle foto's in die categorie.
  2. Klik je vervolgens op een foto uit het album, dan wordt deze vergroot. Door op de pijltjes boven de foto te klikken, kun je de foto's één voor één bekijken.
  3. Wil je een foto afdrukken, klik dan op 'foto downloaden'. Deze optie staat precies boven de foto. Na het downloaden naar jouw eigen PC, kun je vervolgens de foto zelf printen.

Veel plezier ermee!

Groet
Jo Pennings

PS. de foto's zijn niet afgeschermd door paswoorden, want dat zou voor minder ervaren gebruikers erg omslachtig worden. Alle foto's zitten dus in een 'openbare folder'. Wil je dat er een foto wordt verwijderd, laat het mij dan even weten.

Deelnemerslijst aan beide reünies

Ter afronding heb ik nog een overzicht gemaakt van alle deelnemers aan de beide reünies. Het overzicht staat HIER.

Een beetje oud, een beetje vergeetachtig... excuses voor het eventueel vergeten van een naam of een foute schrijfwijze.

JP.

maandag 3 mei 2010

Boekje over de Nederlandse basischolen in Duitsland

Bij mijn afscheid van de Nederlandse school in Rheindahlen op 1 augustus 1999 is mij door het bestuur van de "Nederlandse scholen voor kinderen van militairen in het buitenland" gevraagd om stukjes te schrijven over de 29 bestaande en niet meer bestaande scholen in de Duitsland en België. Ik ken deze scholen van de vele directeurenvergaderingen. Bovendien kon ik in het eerste jaar van mijn pensioen samen met mijn echtgenote alle scholen nog een keer bezoeken om met collega's en plaatselijke instanties gesprekken te voeren over historie en bijzonderheden van de scholen.

Het resultaat werd een boekje dat, dus 10 jaar geleden, in 1000-voud werd gedrukt en onder relaties die door hun legering in de BRD en België met de scholen bekend waren, verspreid. Van deze boekjes zijn er nog een dertigtal overgebleven, die op verzoek van het bestuur deze maand verstuurd worden naar de deelnemers van de reünie van 17 april (één per familie!). Het bestuur onderzoekt de mogelijkheid om ook de deelnemers van de reünie van 24 april te "verblijden" met een, dan weliswaar digitale versie van het boekje dat de naam "Scholen naast kazernes" heeft gekregen. In dat geval zal ik op deze weblog een link plaatsen naar de site waar die online-versie staat. Ik hou jullie op de hoogte.

Overigens is dit schrijfsel met herinneringen aan jullie school niet het begin geweest van een literaire carriëre !

JP

Time-out

De reünies zijn voorbij.

Een paar weken waren nodig om de dingen te regelen die tot de nasleep van elk feest behoren. En het zal nog wel even duren. Bijvoorbeeld om alle ingestuurde foto's van de afgelopen veertig jaar, - tot nu toe meer dan 600 ! - te sorteren, scannen en via een publiek online webalmbum voor jullie toegankelijk te maken. Ook de tijdens de reünies gemaakte foto's zullen we op deze manier eind van deze maand naar jullie sturen. In tegenstelling dus tot de eerder aangekondigde cd-rom in enveloppe, die achteraf toch te bewerkelijk en te duur blijkt.

Tijd was er elke dag voor mij wel om na te genieten van mijn ontmoeting met zoveel oudleerlingen. Heel veel zal me nog lang bijblijven van die jonge en wat oudere mannen en vrouwen met een geweldige uitstraling van zelfverzekerdheid, optimisme, sympathie en belangstelling voor elkaar, die ik bij iedereen tegenkwam.
Maar natuurlijk waren de dagen niet op de eerste plaats gepland als een weerzien met een leraar op leeftijd, maar vooral bedoeld als een gelegenheid om elkaar na lange tijd en nu - ieder op zijn of haar eigen manier - op het toppunt van hun leven nog eens te spreken en misschien contacten en nieuwe vriendschappen te smeden.
Zelf wens ik me geluk met het besluit om de reünies een bijzonder accent te geven door het tot een feest te laten worden voor jong en oud' kinderen en ouders, iedereen voor wie Rheindahlen de herinnering aan een bijzondere periode is. Maar we moeten het ook niet overdrijven. Rheindahlen en de Lochtenberg zijn natuurlijk momenten in een heel leven waarin we het zelf in de hand hebben om er wat moois van te maken. Dat is wat ik jullie van harte toewens.

Jo.

Dank je wel

Beste Lochtenbergers,

Heel wat e-mails heb ik de de laatste weken gekregen, bedankjes en natuurlijk niet voor mij alleen.
Met veel plezier heb ik ze gelezen. Maar leeftijd en mijn onhandigheid in de omgang met de computer zijn mijn grootste handicaps. Daarom verwacht niet dat jullie e-mail snel beantwoord wordt. Mijn collectieve dank geldt jullie allemaal, mijn groet iedereen die ik op de reünie heb ontmoet of die er om welke reden niet bij kon zijn.

Jo.

zondag 11 april 2010

Tot ziens in Rheindahlen!

17 april 2010

24 april 2010

Locatie:
JHQ
Protestants Militair Centrum (PMC)
Chazalroad 33

zondag 21 februari 2010

Tranen pinken

De laatste weken is een paar keer mijn mailbox volgelopen met verhalen. Herinneringen, verbonden met de wens om de tijd nog één keer terug te draaien…

…nog één keer te kunnen pootje baden in de Schwalm

…nog één keer naast mijn vriendinnetje van toen in de schoolbus te zitten

…één knuffel van juffrouw Gasper

…één spelles van juf Rita in het nieuwe speellokaal in Rickelrath

…nog één keer spelen in een kleine musicalrol op koninginnedag

…nog één keer de verjaardag vieren van meneer Pietersen

…één tekenles van meester Hendriks

…één bijles van juf Margo in het kleine kamertje

…nog één keer zingen in het koortje van juffrouw Vaessen, 't liefst kerstliedjes

…nog één keer straf van Pennings, 't geeft niet voor wat


Voorbij is het allemaal. Wat er blijft is op 17 (jaargangen 1960-1979) of 24 april (jaargangen 1980-2000) een traantje pinken bij de dikke boom op de speelplaats in Rickelrath.

vrijdag 14 augustus 2009

Herinnering: Vrouwen van Rheindahlen

Sinds ik met pensioen ben, heb ik in ons huis s’middags een vaste plek. Meestal tussen twee en drie lig ik half op de sofa, de rest op de salontafel. In die houding luister ik naar muziek op de radio, lees een boek of duik in herinneringen. Een van die herinneringen betreft de 9 onderwijzeressen die jullie je als oud-leerlingen van Rheindahlen en de Lochtenberg vast nog wel zullen herinneren.

Juffrouw Mia en juf Iet Hoek
Zoals het leven is. Niet alles is rozengeur. Ook niet voor Jo Pennings, die op een dag in 1963 de St. Andrewsschool in Rheindahlen binnenstapte waar hij als nieuwe hoofd was benoemd en waar hij ijzig werd begroet door zijn eerste vrouwelijke collega, juffrouw Mia, die hem als een indringer zag in een functie die zij zichzelf had toebedacht.
Goede en minder goede dagen volgden in een periode, waarin teleurstelling en frustratie de juf verteerden en haar motivatie een dieptepunt vond. Het besluit van Mia om in een nieuwe baan in Nederland het verloren enthousiasme weer terug te vinden, werd door haar collega’s en de ouders met begrip en respect vernomen. Kijkend op ‘Schoolbank’, ben ik nog een aantal namen tegengekomen van leerlingen, die in deze periode de Nederlandse school in Rheindahlen bezochten en zich zeker nog aan juffrouw Mia zullen herinneren.
De andere vrouw in het kleine team in de beginjaren van het Nederlandse schooltje, was juf Iet Hoek. Haar opgewektheid stak leerlingen, ouders en collega’s aan en had daarmee een zeer positieve inbreng in een moeilijke situatie op school, zoals die hierboven is beschreven. Het goede humeur van de juf werd nog beter toen ze na enkele jaren haar privé-geluk vond bij een in Rheindahlen geplaatste militair en met hem voor goed naar Het Gooi verhuisde. Na de turbulentie van de eerste jaren was het voor iedereen wennen aan een weldadige periode van harmonie en goede sfeer op een school, die gedurende vele jaren het middelpunt was van een hechte gemeenschap.


Ria Lankamp; later Ria Gasper-Lankamp
kwam in 1968 naar onze school. Jong, blond en een vriend, die in de buurt van Keulen woonde en met wie ze later is getrouwd. Bescheiden, altijd vriendelijk en een bijzonder lieve juf voor alle kinderen, speciaal van groep 3 en 4. Vanaf de eerste dag ook grote vriendin van mijn vrouw en tante van onze kinderen Roy en Holger. Na 25 jaar was haar energie opgebruikt en nam ze ontslag. In al de tijd dat ze op onze school was, kan ik me geen enkel incident, conflict of probleempje met kinderen, ouders of collega’s herinneren. Een voorbeeldige onderwijzeres. In 2007 ging haar toestand sterk achteruit en in een grote depressie nam zij afscheid uit het leven. Mijn vrouw verloor haar beste vriendin.

Dori Keuning
In 1970, na de integratie van het kleuter-en lageronderwijs werd Dori de eerste kleuterjuf. Ik herinner me dat we niet vaak naast elkaar hebben gestaan. Geen gezicht, die kleine Pennings naast die grote juf. Maar zeker is dat Dori voor de kleuters een zeer ervaren en lieve juf was. Als zeer gelovige had Dori na school de meeste contacten in de protestantse gemeenschap. Voor onze kinderen was zij de ideale oppas, wanneer wij weer eens op het party-pad moesten. Na enkele jaren is Dori weer naar Nederland teruggekeerd.


Rita Heintges
In januari 1975 volgde Rita Heintges Dori op als kleuterleidster. Rita was een bijzonder creatieve leidster. Dat niet alleen: Haar plichtsbesef was onvoorstelbaar. Ofschoon ze elke dag 60 km. van en naar school moest rijden, was Rita elke morgen als eerste op school en ging ze zomer en winter zelden vóór 2100 uur naar huis. Werk en administratie waren altijd tot in de puntjes verzorgd. Helaas was Rita aanvankelijk contactueel wat minder sterk, waardoor de samenwerking met de ouders minder soepel verliep. Dit veranderde na een ouderavond radicaal en de waardering van de ouders groeide met de dag. Voor de collega’s en in het bijzonder voor mij was Rita een zeer loyale collega, die vooral uitblonk door haar inbreng in de voorbereiding en uitvoering van de schoolfeestjes.
Een incidentje in 25 jaar samenwerking wil ik vermelden. Bij een vacature voor adjunct-directeur was Rita’s verwachting en die van haar meeste collega’s, dat zij die functie zou krijgen. De keuze van het bestuur viel op een andere collega, waarmee ik het eens was. Na vertrek van de hoge heren zou ik e.e.a. nog eens toelichten. Bij deze gelegenheid laaiden de emoties hoog op, waarbij op een gegeven moment Rita de vergaderruimte huilend verliet, richting haar klas met de verwensing aan mij om om (ander woord) te vallen, daarbij haar collega’s met stomheid geslagen achterlatend. Dan een korte mededeling van de directeur: “Wie jarenlang zo plichtsbewust en professioneel werkt, zoveel verdiensten voor de school heeft en steeds zo collegiaal is, mag één keer haar directeur verwensen”. Stilte, volgende mededeling. “In mijn kamer gaan we over 10 minuten verder met de vergadering over de voorbereiding van het schoolkamp”. Iedereen zit klaar voor de vergadering. De deur gaat open en Rita komt naar binnen. Neemt plaats op de lege stoel. Haar inbreng in de vergadering is, zoals altijd, buitengewoon. Dat was Rita. Uitstekend samengewerkt, de laatste tien jaar als adjunct-directeur.
Rita, een collega, die elke teleurstelling overwon door nog harder te werken, nog beter te zijn. Haar ziekte en overlijden, enkele jaren na mijn pensionering, was voor mij een enorme schok. Rita, een kanjer. Ik zal haar nooit vergeten.

Ria Timmer, later Pütz-Timmer
Ria was onderwijzeres in Seedorf, vanwaar ze overplaatsing vroeg naar Tetelrath. Niet voor niets, want in de buurt van Mðnchengladbach woonde haar Duitse vriend, die ze tijdens een vakantie had leren kennen. Ria was onderwijzeres in groep 5-6 en binnen en buiten de klas stond ze bekend als zeer precies en betrokken bij haar werk en alles wat er op school gebeurde. Niet voor erg lang, want na enkele jaren nam ze afscheid van de Lochtenberg om haar eigen gezin te stichten, hetgeen haar niet belette om nog jaren af en toe een bezoekje te brengen aan haar vroegere collega’s. Ria Pütz woont in de buurt van Düsseldorf.

Anita Hartman
Als echtgenote van de militaire sportleraar Ed Hartman kwam Anita naar Rheindahlen. Via een tijdelijke baan als invalster kwam ze na een tijdje in vaste dienst aan de Lochtenberg. Anita had altijd goede zin, die ze makkelijk overdroeg op de leerlingen, collega’s en ouders. Heel populair bij alle kinderen was zij vooral, samen met haar man, de grote animator tijdens vele schoolkampen op de Spar in Haelen en de kampeerboerderij in Swalmen, waar ze er o.a. voor zorgde dat leerlingen en collega’s minstens één keer een nat pak haalden in het riviertje van die naam, dat door het kamp stroomde.
Na afloop van de dienstperiode van Ed heeft Anita nog een aantal jaren in een plezierboot rondgezworven op de Nederlandse binnenwateren, waarbij Ed de toeristen allerlei watersporten bijbracht en Anita de gasten culinair verwende. Helaas is ergens hun huwelijksboot gestrand en is het onafscheidelijke paar uit elkaar gegaan. Intussen is Anita in een nieuwe boot gestapt en woont ze met haar man en twee kinderen in Friesland, waar ze ook weer als onderwijzeres werkt.


Aggie Vaessen
Ook Aggie kwam “door de zijdeur” onze school binnen, toen haar echtgenoot als burger bij Nato in Rheindahlen kwam werken en zij in Wegberg gingen wonen. Via allerlei vrijwilligerswerk op de Lochtenberg werd Aggie al gauw de vaste invalster en later vaste leerkracht. Op weg naar de school, die intussen verhuisd was naar Rickelrath, nam ze haar drie kinderen Victor, Stephanie en Tatjana mee. Zeer actief als onderwijzeres, was Aggie ook buiten de klas van alle markten thuis. Al gauw richtte ze een blokfluit-club op. Maar het meest in de herinnering van oud-leerlingen zal het zangkoor zijn, dat onder haar leiding internationale faam kreeg met optredens op kerstmarkten in vele Duitse plaatsjes en op het grote kerstconcert in HQ Rheindahlen. Na Rheindahlen heeft het gezin Vaessen enkele jaren in Antwerpen gewoond, waar Aggie haar kunstzinnige talent verder ontwikkelde.Nu woont zij, inmiddels oma, met haar echtgenoot Jean in Maastricht, waar ze een atelier bezit en lessen in schilderkunst geeft.

Margo Bongaerts
kwam direct van de lerarenopleiding parttime lesgeven aan onze school, afwisselend als groepsleerkracht en remedial teacher. Nu is ze in dit vak - hoewel nog steeds jong – al lang een oude rot. In de tussentijd heeft ze ook nog tijd gevonden om haar gezin uit te breiden met drie zoons, die haar inmiddels qua lengte al lang hebben ingehaald.
Heel wat leerlingen hebben voor kortere of langere tijd dagelijks een bezoekje gebracht aan het kamertje aan het einde van de gang in de school van Rickelrath, waar ze noodzakelijke individuele hulp kregen.Nog steeds herinner ik mij de omvangrijke en secure verslaglegging, die Margo van elke aan haar zorgen toevertrouwde leerling maakte. Voortdurende bijscholing in haar vak bracht Margo zelf ook naar een hoger taakniveau en tot de functie van adjunct-directeur.




Lisette Pennings
“Sluitstuk” van de vrouwen tijdens mijn 36-jarig directeurschap aan de Lochtenberg was de komst van Lisette Pennings, die in 1990 Ria Gasper opvolgde als onderwijzeres. De juf begon na de zomervakantie als tijdelijke leerkracht in groep 1 en 2. Nog een Pennings. Dat was even wennen en even uitleggen. Het viel wel mee. De sympathieke Lisette viel direct op door haar inzet en bekwaamheid. Maar het waren vooral de kinderen en hun ouders, die via de medezeggenschapsraad de druk zo sterk opvoerden om deze lieve juf voor hun school te behouden, dat zelfs de directeur verrast werd door de snelle vaste benoeming van Lisette door het schoolbestuur.
Helaas kreeg juffrouw Lisette na drie jaar grote problemen met haar gezondheid, waardoor ze haar baan voorgoed moest opgeven. Samen met haar echtgenoot, haar twee kinderen en met de steun van haar ouders managet Lisette het leven, dat anders is geworden dan ze zich als enthousiaste jonge onderwijzeres had voorgesteld. Toch is zij op dagen dat het haar beter gaat, nog steeds de vrouw, die nog niets van haar belangstelling voor het beroep waar ze zo van hield, verloren heeft en zich na jaren nog heel veel van “haar” leerlingen van de Lochtenberg en hun ouders herinnert.

Tot slot. Natuurlijk waren er niet alleen vrouwen als leerkracht in Rheindahlen, Tetelrath en Rickelrath. Maar de mannelijke collega’s zullen het mij niet kwalijk nemen, dat mijn gevoelens, sympathie en herinneringen nog steeds naar de dames uitgaan, die met al hun goede eigenschappen als onderwijzeres er voor gezorgd hebben, dat nog veel mannen en vrouwen in Nederland met plezier zullen terugdenken aan hun Lochtenberg-tijd.